Primaire inhoud van de pagina
Entity view (Content)
Entity view (Content)
De regering heeft als begrotingsmaatregel beslist om de werkloosheidsuitkering bij tijdelijke werkloosheid te verlagen. Vanaf 1 januari 2024 wordt deze uitkering ten laste van de RVA berekend op 60% in plaats van 65% van het (geplafonneerd) gemiddeld dagloon, behalve bij tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Als compensatie is bij wet een nieuwe, bijkomende toeslag ingevoerd van 5 Euro per dag (in 6dagenstelsel) die aan een werknemer in tijdelijke werkloosheid betaald moet worden vanaf 1 januari 2024.
Bijkomende wetgeving heeft duidelijk gemaakt dat deze toeslag bovenop de bestaande aanvullingen komt. Deze toeslag moet niet betaald worden indien bij tijdelijke werkloosheid een bepaald percentage van het inkomen gegarandeerd wordt, via collectieve arbeidsovereenkomst, het arbeidsreglement of individuele overeenkomst (hetgeen niet frequent voorkomt).
Bij gebrek aan dergelijke bepaling betekent dit dat deze bijkomende toeslag van 5 Euro voor de bedienden behorend tot het Paritair Comité 200 door de werkgever zelf moet betaald worden en voor de arbeiders behorend tot het Paritair Subcomité 149.01 en 149.04 op dit moment ook zelf door de werkgever (naast de bestaande vergoeding door het Fonds voor Bestaanszekerheid).
Bijkomende wetgeving heeft duidelijk gemaakt dat deze toeslag bovenop de bestaande aanvullingen komt. Deze toeslag moet niet betaald worden indien bij tijdelijke werkloosheid een bepaald percentage van het inkomen gegarandeerd wordt, via collectieve arbeidsovereenkomst, het arbeidsreglement of individuele overeenkomst (hetgeen niet frequent voorkomt).
De nieuwe toeslag moet betaald worden als:
- het bruto-maandloon van de werknemer niet hoger is dan 4.000 EUR, vanaf de eerste dag tijdelijke werkloosheid
- Het bruto-maandloon van de werknemer hoger is dan 4.000 EUR, vanaf de 27e dag tijdelijke werkloosheid in hetzelfde kalenderjaar bij dezelfde werkgever. Voor de telling van de tijdelijke werkloosheidsdagen wordt geen rekening gehouden met de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (inclusief medische overmacht). Om te bepalen of het loon van de werknemer hoger is dan 4.000 EUR, wordt het loon in aanmerking genomen dat aangegeven wordt in de ASR-scenario 5 (maandelijkse aangifte tijdelijke werkloosheid), als basis voor de berekening van de uitkeringen voor de tijdelijke werkloosheid. Voor de omrekening van het uurloon van een arbeider naar een maandloon, moet het uurloon vermenigvuldigd worden met het normaal aantal uren voltijdse arbeid per week en vervolgens dit getal te vermenigvuldigen met 13 en te delen door 3. Volgens de verduidelijkingen gegeven door de FOD Werk wordt de grens niet pro rata berekend bij deeltijdse tewerkstelling.
Het bedrag van 5 EUR geldt voor iedere dag die gedekt wordt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex van de sociale uitkeringen en zal dus evolueren in de tijd, met andere woorden verhoogd of verminderd worden op hetzelfde ogenblik dat de sociale uitkeringen aangepast worden aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex.
Het aantal te vergoeden dagen is steeds uitgedrukt in het 6-dagenstelsel. Dit betekent dat het aantal dagen/uren tijdelijke werkloosheid die een werknemer in een bepaalde maand telt, omgerekend moet worden. Deze omrekening gebeurt aan de hand van verschillende formules.
De nieuwe toeslag is vrij van RSZ-bijdragen (geen werkgevers- en geen werknemersbijdragen verschuldigd op de toeslag). Deze is wel belastbaar en bij de betaling moet een bedrijfsvoorheffing van 26,75% worden ingehouden.
Voor meer info hierover kunt u ons steeds contacteren op consult@techlink.be of voor de concrete berekening neemt u best contact op met uw sociaal secretariaat.