Primaire inhoud van de pagina
Entity view (Content)
CertIBEau: wat is de impact in Wallonië?
Entity view (Content)
Het CertIBEau-certificaat garandeert dat de installaties voldoen aan de technische eisen van de norm NBN EN 1717:2001 en het Waterwetboek (boek II van het Milieuwetboek, gepubliceerd in 2005). Concreet betekent dit dat er geen nieuwe eisen opgelegd worden aan de installateurs, maar dat er gecontroleerd wordt of de reeds bestaande eisen opgevolgd worden. Op administratief vlak moet de installateur bewijsstukken kunnen leveren (technische fiches, goedkeuring van het product ...) voor de werken die hij uitgevoerd heeft.
Sinds de invoering van het certificaat zijn de certificeerders echter herhaaldelijk op enkele niet-conforme punten gestoten. In wat volgt bespreken we de technische eisen die nageleefd moeten worden om deze niet-conformiteiten te vermijden.
Wat betreft het drinkwater
Om te vermijden dat water van minder goede kwaliteit naar de sanitaire installatie of het openbare waternet zou terugvloeien, moet de installatie uitgevoerd worden volgens de voorschriften van de norm NBN EN 1717. Deze zijn eveneens opgenomen in de technische documentatie van Belgaqua en AquaWal.
Volgens deze voorschriften moet er aan de ingang van de woning vlak na de teller een afsluitkraan en een controleerbare terugslagklep van het type EA geplaatst worden.
Bovendien moet er gezorgd worden voor een adequate bescherming van de verschillende sanitaire uitrustingen en toestellen:
- aangezien de verwarmingskring doorgaans gevuld wordt met leidingwater, moet er bij een klassieke huishoudelijke installatie (vermogen van de verwarmingsketel kleiner dan 70 kW) een afsluitkraan en eventueel een filter geplaatst worden, gevolgd door een keerklep van het type CA (of BA bij een vermogen van meer dan 70 kW). Een terugslagklep van het type EA biedt dus onvoldoende bescherming aan de installatie en voldoet duidelijk niet aan de voorschriften (zie afbeelding 1). De afwatering van de terugslagklep gebeurt ofwel in open lucht, ofwel in de riolering met een luchtbarrière van minstens 2 cm;
Afb. 1: Niet-conforme installatie: gebruik van een terugslagklep van het type EA in plaats van een keerklep van het type CA voor het vullen van de verwarmingskring
Afb. 2: Terugslagklep type EA
Afb. 3: Terugstroombeveiliging (keerklep) type CA
Afb. 4: Compacte vulcombinatie met terugstroombeveiliging (keerklep) type BA, Y-filter en afsluiter
- voor de productie van sanitair warm water moet het drinkwatercircuit beschermd worden door een controleerbare terugslagklep van het type EA en voorafgegaan worden door een afsluitkraan. Er moet ook een overdrukbeveiliging aangebracht worden. Deze beschermingsmiddelen kunnen gegroepeerd worden in één enkele uitrusting: een door Belgaqua goedgekeurde veiligheidsgroep;
- elk tappunt dat met een andere watersoort gevoed wordt (bv. regen- of bronwater), moet met een duidelijke pictogram aangegeven worden. Bovendien is elke verbinding tussen alternatieve waterbronnen en het distributiecircuit verboden (zie afbeelding 5). Zo is het niet toegelaten om eenzelfde tappunt door middel van een klep zowel met regenwater als met leidingwater te voeden;
Afb. 5: Niet-conforme installatie: niet toegelaten verbinding tussen regenwater en leidingwater
- bij gecombineerde kranen die gevoed worden met drinkwater moet een bacteriologische verontreiniging van de installatie door overheveling (een tuinslang die in verontreinigd water geplaatst is of ondergedompeld is in een zwembad) vermeden worden dankzij de installatie van:
- een afsluitkraan gecombineerd met een terugslagklep van het type EA
- een terugstroombeveiliger van het type HA op het uiteinde
- een vacuümventiel van het type HD
- een gladde eindkap.
Afb. 6: Terugstroombeveiliger type HA (links) en vacuümventiel type HD (rechts)
Voor waterverzachters, zwembaden, thermische zonnecollectoren, warmtepompen, drukverhogingsinstallaties, mengkranen met douchekop en dergelijke moeten er andere beschermingsmiddelen voorzien worden.
Wat betreft de sanering van afvalwater
CertIBEau speelt ook op milieuvlak een belangrijke rol, aangezien het controleert of gebouwen in overeenstemming zijn met het Waterwetboek. Deze reglementering stelt bepaalde eisen voor de afvoer en behandeling van afvalwater in gebouwen met als voornaamste doelen om de werking van de zuiveringsstations performanter te maken (verbetering van de benuttingsgraad) en de kwaliteit van de waterlopen te bevorderen.
De verplichtingen verschillen naargelang van de saneringszone. We verwijzen naar de website van de Société publique de gestion de l’eau (SPGE; enkel beschikbaar in het Frans en Engels) waar je de saneringsplannen per bekken terugvindt (plans d’assainissement par sous-bassin hydrographique of PASH).
Laten we het voorbeeld nemen van de afvoer van regenwater in een collectief saneringsstelsel. Deze moet de volgende hiërarchie respecteren:
- infiltratie
- kunstmatige afvoerweg of waterloop
- rioleringsnet.
Als de afvoer alleen mogelijk is via de riolering, moet dit gestaafd worden, bijvoorbeeld met een bodemdoorlatendheidsproef. Zo niet, dan vormt dit afvoertype een non-conformiteit voor het verkrijgen van het CertIBEau.
Voor meer informatie verwijzen we naar de website van CertIBEau (enkel beschikbaar in het Frans en Duits) en naar de pagina van de Normen-Antenne ‘Water en daken’ van Buildwise.
Op basis van Buildwise artikel 2022-4.6