Primaire inhoud van de pagina
Entity view (Content)
Berekening van de warmteverliezen: vervanging van de norm NBN B 62-003 door de norm NBN EN 12831
Entity view (Content)
Opwarmingsvermogen
Hoewel het principe ter berekening van de warmteverliezen grotendeels onveranderd bleef, waren er toch enkele belangrijke verschillen op te merken. Teneinde de toepassing van de nieuwe methode te vergemakkelijken, werd er een gratis rekentool voor bouwprofessionelen ter beschikking gesteld op de Buildwise-website (www.buildwise.be, rubriek ‘Rekentools’).
Eén van de belangrijkste wijzigingen die doorgevoerd werd in de norm NBN EN 12831 betreft het opwarmingsvermogen. Dit is het vermogen dat nodig is om snel opnieuw de nominale binnentemperatuur te behalen na een periode van verlaagde werking van het verwarmingssysteem (bv. ’s nachts in een woning of tijdens het weekend in een schoolgebouw).
Hoewel dit onderwerp deel uitmaakte van een weinig gekende bijlage van de norm NBN B 62-003, werd het in de praktijk bijna nooit in rekening gebracht. Gelet op de verstrenging van de energieprestatie van gebouwen, dient men voortaan echter bijzondere aandacht te besteden aan het opwarmingsvermogen, dat aan belang wint ten opzichte van de warmteverliezen door transmissie en door ventilatie. Dit is de reden waarom dit aspect opgenomen werd in de genormaliseerde rekenmethode. Het gebruik van tabelwaarden vergemakkelijkt deze berekening.
In bepaalde gevallen, met name wanneer het regelsysteem tijdens de koudste dagen automatisch de verlaagde werking kan uitzetten, is het niet per se nodig om bij de dimensioneringsberekening van de verwarmingsinstallaties rekening te houden met het opwarmingsvermogen. Het strekt echter tot aanbeveling om hierover duidelijke afspraken te maken met de klant.
Ventilatieverliezen
Een tweede wijziging betreft de meer gedetailleerde berekening van de ventilatieverliezen en het in rekening brengen van de luchtdichtheid van de gebouwen. Men moet met andere woorden beschikken over nauwkeurige informatie omtrent de ventilatiedebieten en de temperatuur van de toevoerlucht bij mechanische toe- en afvoerventilatie. Bovendien kan het vermogen van de verwarmingsinstallaties verlaagd worden door meer luchtdichte gebouwen te ontwerpen en te bouwen. We willen erop wijzen dat het gebruik van ontstenteniswaarden enerzijds toelaat om over te gaan tot een berekening van de warmteverliezen – zelfs bij gebrek aan bepaalde gegevens – en anderzijds om een onderdimensionering door de toepassing van te lage luchtdebieten te vermijden. Hiertoe dient men echter wel de netto vloeroppervlakte en het binnenvolume van de verschillende ruimten te kennen.
Transmissieverliezen
Een derde belangrijke wijziging betreft de berekening van de transmissieverliezen via de grond. Men moet immers niet langer de warmteverliezen naar de grond toe berekenen, maar wel naar buiten toe doorheen de grond. Dit impliceert dat men een correctie dient toe te passen op de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) van de vloeren en de muren die in contact staan met de grond. Hiertoe kan men een beroep doen op de tabellen en grafieken die in de norm vermeld worden. Indien men de Buildwise-rekentool gebruikt, wordt deze correctie automatisch doorgevoerd. De bruto vloeroppervlakte en de blootgestelde perimeter van de ruimten die in contact staan met de grond dienen hiertoe wel gekend te zijn.
Bij bestaande gebouwen is het niet altijd vanzelfsprekend om de U-waarde van de verschillende wanden te weten te komen. Hoewel een grondige kennis van de wandsamenstelling en een nauwkeurige berekening van hun U-waarde in deze context ten stelligste aanbevolen is, moet men zich ervan bewust zijn dat dit in de praktijk niet altijd mogelijk is. Om dit probleem te verhelpen, werd de catalogus van de indicatieve U-waarden van een aantal courante wanden bijgewerkt en eveneens gratis ter beschikking gesteld op de Buildwise-website.
Nuttige informatie
Voortaan kan men beter de term ‘warmtebelasting’ hanteren in plaats van ‘warmteverliezen’. Deze term omvat immers zowel de warmteverliezen door transmissie en door ventilatie als het opwarmingsvermogen.
Op basis van Buildwise artikel 2015-4.12