Techlink tevreden met duidelijkheid vergoeding thuislaadkosten

Na een lange periode van onzekerheid schept de FOD Financiën duidelijkheid voor werkgevers en werknemers over de regels voor de terugbetaling van thuislaadkosten via het CREG-tarief. Deze belangrijke vooruitgang vermindert de administratieve last voor bedrijven aanzienlijk en biedt meer zekerheid voor de werknemers en werkgevers. Deze regels zullen ook installateurs van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen toelaten om slimme laadinfrastructuur voor werknemers met elektrische bedrijfswagens te optimaliseren.

Van een complex proces naar een eenvoudige oplossing

Tot nu toe was terugbetaling alleen mogelijk op basis van de werkelijke elektriciteitskosten die de werknemer had gemaakt. Dit bleek vrijwel onmogelijk vanwege de vele variabelen, zoals de aanwezigheid van zonnepanelen of verschillen in distributienettarieven. In de praktijk betekende dit dat werknemers geen correcte terugbetaling kregen voor de kosten van het thuis opladen en daarom tijdens de werkuren, dure snelladers gebruikten. Bovendien vergoeden veel werkgevers de kosten voor het thuis opladen al aan de hand van het gemiddelde tarief gepubliceerd door de CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas). Deze praktijk stelde werkgevers echter bloot aan boetes bij fiscale controles.

Techlink vraagt al enkele jaren aan de Minister van Financiën om de terugbetaling van de thuislaadkosten te verduidelijken. Dankzij de gezamenlijke inspanningen van werkgeversorganisaties en een gerichte parlementaire vraag, is er verandering gekomen. De door minister van Financiën Vincent Van Peteghem beloofde oplossing werd officieel gemaakt door de circulaire 2024/C/77 van 5 december 2024.

Wat is er veranderd?

Vanaf 1 januari 2025 kunnen werkgevers kiezen voor een vast tarief op basis van het CREG-tarief per kWh, dat de gemiddelde elektriciteitsprijs voor residentiële klanten weerspiegelt. Dit tarief verschilt per regio en wordt elk kwartaal bijgewerkt:

  • Vlaams Gewest: € 0,2822/kWh

  • Brussels Hoofdstedelijk Gewest: € 0,3294/kWh

  • Waals Gewest: € 0,3256/kWh

Werkgevers kunnen het tarief toepassen dat specifiek is voor elk gewest of het laagste tarief kiezen als uniform bedrag voor alle werknemers. Deze flexibiliteit is vooral handig voor bedrijven met werknemers verspreid over het hele land.

Voorwaarden en aandachtspunten

  • Dit tarief geldt alleen voor elektriciteit die wordt gebruikt om een bedrijfsvoertuig op te laden.

  • Deze maatregel geldt alleen voor bedrijfsauto's, niet voor privéauto's van werknemers.

  • Verbruik gekoppeld aan opladen moet geregistreerd worden via een communicatiesysteem. Praktisch gezien moet het oplaadstation uitgerust zijn met een interne of externe elektrische meter, zodat het verbruik correct en nauwkeurig kan worden gerapporteerd aan de werkgever. Hiervoor moet een zogeheten MID-meter gebruikt worden met een foutmarge van 2% (nauwkeurigheidsklasse B), volgens het Koninklijk Besluit van 15.04.2016 betreffende meetinstrumenten.

Een tijdelijke maatregel met mogelijke verlenging

Voorlopig is deze maatregel beperkt tot het jaar 2025. Een latere evaluatie zal bepalen of er een verlenging komt.

Hoe zit het met terugbetalingen vóór 1 januari 2025?

De circulaire vermeldt niet expliciet welke regels van toepassing zijn op terugbetalingen voor verbruik gemeten vóór 1 januari 2025, maar belooft om terugbetalingen voor verbruik gemeten vóór 1 januari 2025 met “enige flexibiliteit” te beoordelen.

Links naar de circulaire:

NL versie FR versie
13 december 2024
Energietransitie